-
1 vuur vatten
vuur vatten -
2 vuur vatten
-
3 vuur vatten
v. inflame, light -
4 vuur
♦voorbeelden:vuur en vlam spuwen • lancer feu et flammesBengaals vuur • feu de Bengalehet heilige vuur hebben • avoir le feu sacréik heb wel voor heter vuren gestaan • j'en ai vu d'autresop een laag, zacht vuurtje • à feu douxeen vuur aanleggen • allumer un feuiemand een vuurtje geven • donner du feu à qn.iemand het vuur na aan de schenen leggen • 〈 ondervragen〉 harceler qn. de questions; 〈 het hem moeilijk maken〉 mettre qn. au pied du murhet vuur uit zijn sloffen lopen • faire feu des quatre fersmag ik wat vuur? • auriez-vous du feu?haar ogen schoten vuur • ses yeux lançaient des éclairseen vuurtje stoken • 〈 letterlijk〉 allumer un feu (de bois); 〈 figuurlijk〉 mettre le feu aux poudresvuur vatten • prendre feu〈 figuurlijk〉 voor iemand door het vuur gaan • se jeter au feu pour qn.door vuur vergaan • périr dans les flammesin vuur opgaan • être consumé par le feuhet huis staat in vuur en vlam • la maison est en flammesin het vuur van zijn betoog • dans le feu du discoursiets met vuur verdedigen • défendre qc. avec passionde vijand onder vuur nemen • ouvrir le feu sur l'ennemieen land te vuur en te zwaard verwoesten • mettre un pays à feu et à sangeen land te vuur en te zwaard veroveren • conquérir un pays par le fer et par le feu〈 figuurlijk〉 iets te vuur en te zwaard verdedigen • défendre qc. à feu et à sangtussen twee vuren zitten • être pris entre deux feuxiets uit het vuur slepen • se démener pour obtenir qc.zo rood als vuur zijn • être rouge comme une pivoineals een lopend vuurtje rondgaan • se répandre comme une traînée de poudre -
5 загораться
vgener. aanvlammen, ontsteken, aanglimmen, aanvonken, ontbranden, ontvlammen, oplaaien, vlam vatten (тж. перен.), vuur vatten -
6 загораться
vgener. aanvlammen, ontsteken, aanglimmen, aanvonken, ontbranden, ontvlammen, oplaaien, vlam vatten (тж. перен.), vuur vatten -
7 Flamme
Flamme〈v.; Flamme, Flammen〉♦voorbeelden:in Flammen geraten • vlam, vuur vattenin Flammen setzen • in brand stekenin (hellen) Flammen stehen • in lichte(r)laaie staan -
8 воспламеняться
vgener. aangloeien, ontvlammen, aanvlammen, aanvonken, ontbranden, ontsteken, ontvonken, opvlammen, vuur vatten -
9 загореться
-
10 приходить в ярость
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > приходить в ярость
-
11 enflammer
-
12 воспламеняться
vgener. aangloeien, ontvlammen, aanvlammen, aanvonken, ontbranden, ontsteken, ontvonken, opvlammen, vuur vatten -
13 загореться
-
14 приходить в ярость
-
15 in Flammen geraten
in Flammen geratenvlam, vuur vatten -
16 fire
n. vuur; brand; brandstichting; vreugdevuur; enthousiasme; schittering; passie--------v. ontslaan; aansteken; vuren; lossen; bakken; aanwakkeren; glinsterenfire1[ fajjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be full of fire • vol vuur/enthousiast zijnblow (up) a fire • een vuur aanblazencatch fire • vlam vattenlay a fire • een vuur aanleggenlight/make a fire • een vuur aanstekenmake up a fire • een vuur opstokenfight fire with fire • vuur met vuur bestrijdenset on fire, set fire to • in brand stekencease/open fire • het vuur staken/openen4 light the fire • de haard/kachel aanstekengo through fire and water • door het vuur gaan, alle gevaren trotserenplay with fire • met vuur spelenfire! • brand!————————fire2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 oil-fired furnace • olie/petroleumkachelfire off a speech • een speech afstekenfire at/(up)on something • op iets schieten♦voorbeelden:it fired him with enthusiasm • het zette hem in vuur en vlam¶ fire up • bezielen, stimuleren -
17 Feuer
Feuer〈o.; Feuers, Feuer〉♦voorbeelden:das Feuer einstellen • het vuren stakenhaben Sie bitte Feuer? • mag ik een vuurtje van u?〈 informeel〉 Feuer machen • de kachel, verwarming aandoenFeuer an ein Haus legen • een huis in brand stekenetwas bei schwachem Feuer kochen • iets op een kleine vlam kokenFeuer hinter etwas machen • haast achter iets zettenim, unter Feuer liegen, stehen • onder vuur liggendie beiden sind wie Feuer und Wasser • die twee zijn water en vuur¶ 〈 spreekwoord〉 gebranntes Kind scheut das Feuer • ±ieen ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen/i————————Feuer ! -
18 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
19 allumer
allumer [aaluumee]♦voorbeelden:allumez dans l'entrée • doe 't licht eens aan in de hal2 vuur, vlam vatten ⇒ ontbranden1. v1) aansteken, aanzetten2) prikkelen, opwekken2. s'allumerv1) ontvlammen, ontbranden -
20 Feuer fangen
————————
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Islandais — Pour les articles homonymes, voir Islandais (homonymie). Islandais íslenska Parlée en Islande … Wikipédia en Français
Suédois — Cet article concerne la langue suédoise. Pour le peuple de Suède, voir Suédois (peuple). Pour les autres significations du mot « suédois », voir Suédois (homonymie). Le suédois est une langue germanique parlée en Suède et en Finlande[1] … Wikipédia en Français